IJzeren en stalen voorwerpen die op zichzelf niet magnetisch zijn, worden toch aangetrokken door naburige magneten. Dit is het gevolg van magnetisering, hetgeen vergelijkbaar is met elektrische polarisatie (zie paragraaf 16.2). Als gevolg van het aangebrachte magneetveld ontstaan er tijdelijke magnetische polen in het ijzeren voorwerp. Deze zijn zo gericht, dat er aantrekkende krachten ontstaan.
Deze magnetisering van ijzer en staal is tijdelijk; echter, na verwijdering uit het magneetveld blijft deze magnetisering even “hangen”. Door blootstelling aan een sterk magnetisch veld kan een stuk ijzer of staal zelfs voor langere tijd magnetisch worden. Het wordt dan wel een permanente magneet genoemd. (Echter, door mechanische schok of hogere temperaturen kan een zogenaamde permanente magneet zijn magnetisering weer verliezen.)
Dergelijk magnetisch gedrag wordt ferromagnetisme genoemd. Dit gedrag komt voornamelijk voor bij nikkel, ijzer en sommige verbindingen van ijzer, zoals magnetiet (Fe3O4).