Een functie heet even als een tegengestelde invoerwaarde steeds dezelfde uitvoer levert: f(–x) = f(x). In dat geval is de grafiek symmetrisch onder spiegeling in de y-as.
Een functie heet oneven als een tegengestelde invoerwaarde ook steeds de tegengestelde uitvoer levert: f(–x) = – f(x). In dat geval is de grafiek symmetrisch onder puntspiegeling in de oorsprong (ofwel, rotatie van 180˚ om de oorsprong).
(Merk op: De meeste functies zijn noch even noch oneven.)