Naast radioactief verval bestaan er andere soorten kernreacties.
- Bij kernsplijting wordt er een klein deeltjes, bijv. een neutron, in een zware atoomkern geschoten. Hierdoor wordt deze kern instabiel en breekt deze in twee kleinere stukken. Ook worden meestal verscheidene neutronen losgemaakt. Kernsplijting vindt plaats met uranium-235 of plutonium-239 in kernreactoren. Ook vormt het de basis van de atoombommen die tegen Japan werden gebruikt in 1945.
- Bij kernfusie vormen kleine atoomkernen samen grotere kernen. In het algemeen vereist dit extreem hoge temperaturen. Kernfusie van waterstof naar helium is de belangrijkste reactie in de zon. Men is er ook in geslaagd om dit proces na te bootsen in de zgn. waterstofbom. Een belangrijk doel vandaag de dag is om fusiereactoren te bouwen.
Deze en andere reacties kunnen in reactievergelijkingen worden geschreven. Het belangrijkste principe daarbij is dat de som van atoomgetallen en de som van massagetallen gelijk zijn aan beide zijden.
Voorbeeld: Het proton werd voor het eerst ontdekt in 1925, toen Ernest Rutherford een alfadeeltje in een stikstof-14 kern schoot. Het product van deze reactie was een proton en een atoomkern. Beschrijf deze kern.
Deze reactie stellen wij als volgt voor:
$$^{14}_7 \text{N} + \; ^4_2\text{He} \longrightarrow \; ^A_Z X + \; ^1_1 \text{p}.$$
Het totale massagetal is gelijk aan beide zijden: 14 + 4 = A + 1, dus A = 17.
Het totale atoomgetal is gelijk aan beide zijden: 7 + 2 = Z + 1, dus Z = 8.
De atoomkern die overblijft is dus zuurstof-17.