Een alkeen is een koolwaterstof met een dubbele binding tussen C-atomen. (Men zou dus kunnen spreken over de “functionele groep” C = C.) Een alkenen wordt onverzadigd genoemd, omdat het de additie van meer atomen mogelijk maakt.
Door de dubbele binding zal een alkeen 2 waterstofatomen minder hebben dan het overeenkomstige alkaan.
Naamgeving:
- Zoek de langste keten van C-atomen waarin de dubbele binding voorkomt. Deze bepaalt de stamnaam.
- Nummer de C-atomen in die keten zo, dat de dubbele binding bij een zo laag mogelijk nummer begint.
- Verander de uitgang van de stamnaam in –een, en voeg een nummer toe die het begin van de dubbele binding beschrijft. Bijv. 2-penteen.
- Behandel zijketens net als bij alkanen.
Benoem de volgende alkeen met formule C4H8.
Een keten van vier C-atomen, dus butaan.
Nummer van links naar rechts. De dubbele binding begint bij C-atoom 1.
De naam is dus: 1-buteen.
Als er meerdere dubbele bindingen voorkomen, spreekt men van een –diëen, –triëen, enz. Hiernaast is bijvoorbeeld een molecuul van 1,2-butadiëen getekend. Butaan heeft formule C4H10, maar 1,2-butadiëen heeft vier H-atomen minder door de aanwezigheid van twee dubbele bindingen.
Een alkyn is een koolwaterstof met een drievoudige binding tussen C-atomen: C º C. Een aklyn is dubbel onverzadigd, en heeft 4 waterstofatomen minder dan het overeenkomstige alkaan.