Alle organismen bestaan uit één of meerdere cellen. Daarbij onderscheiden we vier typen cellen:
- Prokaryote cellen zijn zeer eenvoudig gebouwd en hebben geen celkern. Komen voor in bacteriën.
- Eukaryote cellen zijn cellen met een celkern en andere onderdelen. Daar zijn drie typen van:
- Dierlijke cellen
- Plantaardige cellen
- Schimmelcellen
In dit hoofdstuk behandelen we de bouw van dierlijke en plantencellen. Deze zijn ongeveer 50 mm groot (0,05 mm). De precieze grootte van deze cellen kan wel aanzienlijk verschillen, denk bijvoorbeeld aan een kippenei, zenuwcel of spiervezel. Cellen zijn nog te zien met een lichtmicroscoop (100 nm – 1 mm), de meeste celstructuren zijn alleen zichtbaar met een elektronenmicroscoop (0,1 nm – 50 mm).