De eerste primaten (aapachtigen) leefden zo’n zestig miljoen jaar geleden en er zijn op diverse continenten fossielen van gevonden. Toen echter het klimaat veranderde, stierven vele van deze primaten uit, behalve die in Afrika en Zuidoost-Azië. Daaruit ontstonden uiteindelijk onder andere de chimpansees en gorilla’s. Uit diezelfde voorouder ontstond uiteindelijk ook de mens. De mens is dus niet ontstaan uit chimpansees en gorilla’s, maar deelt wel een gezamenlijke voorouder.
De eerste homoninae waren met name goed aangepast aan grasland. Enkele bekende fossielen die van deze families gevonden zijn, zijn die van de Australopithecus en Paranthropus, en later natuurlijk van de Homo, waar ook de mens direct van afstamt. Tijdens de evolutie van de mens zijn enkele voor de mens unieke eigenschappen ontwikkeld. Allereerst de intelligentie, die leidde tot gebruik van allerlei gereedschappen, waardoor goed functioneren van bijvoorbeeld de tenen minder belangrijk werd. Ook de ontwikkeling van de taal is een belangrijk evolutionair proces geweest bij het ontstaan van de mens.
Belangrijke veranderingen in het ontstaan van de mens:
- Rechtop lopen
- Grotere hersencapaciteit
- Ontwikkeling van taal
- Gebruik van gereedschappen
- Ontwikkeling van landbouw en veeteelt
Een grappig kijkje in de toekomst; toepassing van evolutietheorie: