De antwoorden op deze opgaven zijn te vinden in het downloadbestand.
1. Over welk type spierweefsel gaan de zinnen? Soms zijn er meerdere weefsels te noemen.
a Deze spieren zijn te herkennen aan een duidelijk dwarsgestreept patroon
b Deze spiercellen bewegen hebben een hoge reactiesnelheid
c Deze spiercellen hebben meerdere celkernen in één cel.
d Deze spiercellen raken niet vermoeid.
e Deze spiercellen kun je bewust aansturen
2 a Waar is ATP voor nodig bij een spiercontractie?
b Beschrijf op molecuulniveau wat een spiercontractie is.