Een aflopende reactie ($\rightarrow$) loopt één kant op, van de reagentia naar de producten, totdat minstens een van de reagentie is opgebruikt.
In een omkeerbare reactie ($\rightleftharpoons$) kan de reactie zowel vooruit (links naar rechts) als achteruit (rechts naar links) verlopen, afhankelijk van de omstandigheden.
Voorbeeld: $3 \; \text{H}_2 \; \text{(g)} + \text{N}_2 \text{(g)} \rightleftharpoons 2 \; \text{NH}_3 \; \text{(g)}.$ Begint men met een mengsel van waterstofgas en stikstofgas onder hoge druk, dan wordt ammonia gevormd (“vooruit”). Maar begint men in diezelfde omstandigheden met pure ammonia, dan worden waterstof en stikstof gevormd (“achteruit”).
Als alle stoffen die een rol spelen in het reactiemengsel aanwezig zijn, dan verloopt de reactie in beide richtingen tegelijk. Het netto-effect hangt ervan af, in welke richting de reactie het snelste verloopt. Wanneer evenwicht is bereikt, verlopen de reacties vooruit en achteruit precies even snel. Hoewel de stoffen blijven reageren, is er geen netto verandering in de hoeveelheden.