Een bewegend geladen deeltje is een elektrische stroom. In een magnetisch veld zal zo’n deeltje dan ook een Lorentzkracht ondervinden. Er geldt
$$F_B = q \cdot v \cdot B \cdot \sin{\alpha}.$$
Hierin is
- B de magnetische veldsterkte, in tesla (T);
- q de lading van het deeltje, in coulomb (C);
- v de snelheid van het deeltje, in meter per second (m/s);
- α de hoek tussen de bewegingsrichting en de magnetische veldlijnen;
- FB de grootte van de Lorentzkracht, in newton (N).
De richting van de magnetische kracht volgt met de derde rechterhandregel, die hierboven besproken werd. Bedenk echter wel dat een negatief geladen deeltje geldt als stroom in de omgekeerde richting.
Ten gevolge van deze kracht zal een deeltje dat zich loodrecht op de veldlijnen beweegt afgebogen worden. In een homogeen magnetisch veld leidt dit tot cirkelvormige banen.