Soms hoort of leest men over de “centrifugaalkracht”, ofwel “middelpuntvliedende kracht”. Deze kracht zou een draaiend voorwerp naar buiten toe duwen, zodat het “uit de bocht” vliegt.
Maar zo’n kracht bestaat niet, zolang men een situatie beschrijft van een gezichtspunt van buitenaf. Het uit de bocht vliegen van bijv. een raceauto is het gevolg van een gebrek aan centripetaalkracht: zonder centripetaalkracht beweegt een voorwerp zich immers in een rechte lijn, en daarmee “uit de bocht”.
Men kan slechts spreken van centrifugaalkracht als men een draaiing van binnenuit bestudeert. Dan wordt het draaiende voorwerp onterecht als stilstaand behandeld. Om hiervoor de compenseren, moet men dan stipuleren dat er een kracht bestaat die alles naar buiten toe duwt.