Stel dat twee golven tegelijkertijd door hetzelfde medium lopen, en elkaar op hetzelfde punt ontmoeten. Om de resulterende golf te beschrijven kan men meestal de afzonderlijke golven bij elkaar optellen. Dit is het principe van superpositie. Dankzij dit principe kunnen golfpatronen elkaar kruisen zonder elkaar te beïnvloeden. (Denk bijvoorbeeld aan twee kruisende lichtstralen.)
Voorbeeld: Deze grafiek laat de superpositie zien van twee harmonische golfpatronen.
Als de twee afzonderlijke golven uitwijkingen in dezelfde richting hebben, dan versterken de golven elkaar. Dit heet constructieve interferentie. Als ze echter uitwijkingen in tegengestelde richtingen hebben, dan heffen ze elkaar (gedeeltelijk) op. Dit is destructieve interferentie.
Vaak ziet men een afwisseling van constructieve en destructieve interferentie. Dit heet een interferentiepatroon.