Toets samenvatting
0 of 21 Vragen completed
Vragen:
Informatie
Je hebt de toets al eerder voltooid. Daarom kun je hem niet meer opnieuw starten.
Toets is aan het laden…
Je moet inloggen of inschrijven om de toets te starten.
U moet eerst het volgende invullen:
Resultaten
Resultaten
0 of 21 Vragen answered correctly
Uw tijd:
De tijd is verstreken
You have reached 0 of 0 point(s), (0)
Behaalde punt(en): 0 of 0, (0)
0 verslag(en) in afwachting (mogelijke punt(en): 0)
Categorieën
- Niet gecategoriseerd 0%
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- 12
- 13
- 14
- 15
- 16
- 17
- 18
- 19
- 20
- 21
- Huidig
- Review
- Beantwoord
- Goed
- Fout
-
Vraag 1 of 21
1. Vraag
Welk van de volgende zoutoplossingen heeft de grootste ionenconcentratie? Alle zouten zijn goed oplosbaar.
GoedFout -
Vraag 2 of 21
2. Vraag
In nevenstaande tabel zijn de zuurconstanten van 4 stoffen gegeven.
Slechts een van de volgende vier uitspraken is geldig. Welke?
GoedFout -
Vraag 3 of 21
3. Vraag
Welke verbinding heeft dezelfde ruimtelijke structuur als NH3?
GoedFout -
Vraag 4 of 21
4. Vraag
In een eerste beker bevindt zich 0,4 M NaOH. Een tweede beker bevat een gelijk volume 0,2 M HCl. Men voegt de inhoud van de twee bekers bij elkaar. Welke concentraties van de stoffen vindt men in de oplossing bij evenwicht na de reactie?
GoedFout -
Vraag 5 of 21
5. Vraag
Welk atoom of ion heeft de volgende elektronenconfiguratie: 1s2 2s2 2p6 3s2 3p6 3d9 4s2 ?
GoedFout -
Vraag 6 of 21
6. Vraag
Welke verbinding van chloor kan geen oxidator zijn?
GoedFout -
Vraag 7 of 21
7. Vraag
In nevenstaande tabel staan oplosbaarheidsproducten van twee zilverzouten.
Een oplossing bevat 0,1 M Cl– en 1 M CrO42–. Men voegt nu een weinig vast AgNO3 toe zodat de concentratie Ag+ aanvankelijk 10–8 mol/L bedraagt; het volume blijft gelijk. Ontstaat hierbij een neerslag, en zo ja, welke kleur heeft deze?
GoedFout -
Vraag 8 of 21
8. Vraag
Een bepaalde stof bevat 21 koolstofatomen. Het koolstofgehalte van deze stof is 70 massaprocent.
Hoeveel bedraagt de molaire massa van deze stof?
GoedFout -
Vraag 9 of 21
9. Vraag
Hoeveel verschillende aldehyden met molecuulformule C5H10O zijn er?
GoedFout -
Vraag 10 of 21
10. Vraag
Hieronder staat de structuurformule van 2-chlorotolueen.
Hoeveel pi-bindingen en pi-elektronen heeft deze structuur?
GoedFout -
Vraag 11 of 21
11. Vraag
We beschouwen de structuurformule van cobalamine. In 1948 werd deze stof voor het eerst in een kristallijne vorm geïsoleerd uit leverweefsel. Cobalamine bevat net zoals hemoglobine een ringstructuur rond een metaalion. Bij hemoglobine is dat ijzer, bij cobalamine is dat, zoals de naam doet vermoeden, kobalt. Als op het centraal kobalt-ion nog een cyanidegroep gebonden is, dan bekomt men vitamine B12. Een tekort aan dit vitamine leidt tot bloedarmoede. Welke functionele groepen kun je in deze structuurformule herkennen?
GoedFout -
Vraag 12 of 21
12. Vraag
Een waterige oplossing heeft een dichtheid van 0,98 g/mL. We nemen 11 mL zuivere methanol met een dichtheid van 0,79 g/mL en voegen 75 mL van de waterige oplossing toe. Hoeveel massaprocent methanol bevat de bekomen oplossing?
GoedFout -
Vraag 13 of 21
13. Vraag
We beschouwen de quantumgetallen van twee elektronen die samen een elektronenpaar vormen in een atoom in de grondtoestand.
De quantumgetallen voor het eerste elektron zijn: n = 3, l = 2, m = 0 en s = +½ .
Welke set quantumgetallen kan het tweede elektron hebben?
GoedFout -
Vraag 14 of 21
14. Vraag
De indicator broomthymolblauw kleurt geel in zuur milieu en blauw/paars in basisch milieu. Het omslagpunt ligt tussen pH = 6 en pH = 8.
pKz van CH3COOH = 4,85
pKb van NH3 = 4,85
Welke van de 4 volgende oplossingen kan men met een blauw/paarse kleur aantonen?
GoedFout -
Vraag 15 of 21
15. Vraag
We beschouwen de volgende evenwichtsreactie:
2 A + B ⇌ C + 2 D
De reactie is van de eerste orde voor reagens A en van de eerste orde voor reagens B.
Welke formule geeft de reactiesnelheid van deze reactie?
GoedFout -
Vraag 16 of 21
16. Vraag
In erythrocyten (rode bloedcellen) komt hemoglobine voor. Hemoglobine bestaat onder andere uit het tweewaardig ijzerion Fe2+ dat een zuurstofmolecule kan opnemen. Welke elektronenconfiguratie heeft het ijzerion?
GoedFout -
Vraag 17 of 21
17. Vraag
We beschikken over drie testoplossingen met kationen in oplossing. Aan elke oplossing wordt HCl toegevoegd; er ontstaat dan al of niet een neerslag. Elke testoplossing wordt vervolgens verwarmd; de neerslag lost dan op of blijft aanwezig.
Men doet nu deze proefjes bij een onbekende oplossing waarin één of meer kationen in oplossing zitten. Het resultaat van de proefjes wordt hieronder weergegeven:
Welke ionen bevinden zich in de onbekende oplossing?
GoedFout -
Vraag 18 of 21
18. Vraag
Cassiteriet is een tinerts, een oxide van tin. Een staal van deze verbinding bevat 0,550 g tin en 0,15 g zuurstof. Welke lading draagt tin in deze verbinding?
GoedFout -
Vraag 19 of 21
19. Vraag
Purine is een stof die artritis veroorzaakt. De Lewisstructuur van purine (A) is als volgt:
Purine is een base: de N-atomen hebben een vrij elektronenpaar dat een waterstofion kan uitwisselen. In onze weefsels voert purine competitie met de zuurstoffen van het lichaam om waterstoffen, waardoor ionen ontstaan. In weefsels zijn steeds een tweetal waterstofionen extra uitgewisseld. Onder welke vorm komt purine, A, het meest voor in ons lichaam?
GoedFout -
Vraag 20 of 21
20. Vraag
Een onvertakt carbonzuur reageert met een alcohol tot een ester en water volgens volgende reactievergelijking:
C4H8O2 + methanol ⟶ C5H10O2 + H2O
Geef de naam van dit naar appel ruikende ester.
GoedFout -
Vraag 21 of 21
21. Vraag
Een mengsel van een zout in water heeft een pH gelijk aan 10. Verder zijn de gegevens: pKz van CH3COOH = 4,85 en pKb van NH3 = 4,85.
Om welk zout gaat het?
GoedFout